N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
In zekere zin is het verhaal van Pieter Omtzigt nog een sprookje, zegt politicoloog Tom Louwerse van de Universiteit van Leiden. „Dat van het alleenstaande Kamerlid dat manmoedig tegen de overheid is opgestaan. Hij wordt gewaardeerd om zijn controlerende functie en kritische houding.” En dáárom staat Omtzigt in sommige peilingen op 46 zetels. Maar wat gaan die kiezers doen wanneer Omtzigt zijn partijprogramma bekendmaakt en dat toch nét niet aansluit bij hun eigen standpunten? Hoeveel zetels blijven er dan over, vraagt Louwerse zich af.
Dit weekend komt Omtzigt terug van vakantie, en op z’n vroegst ergens volgende week zal hij vertellen wat hij van plan is: gaat hij met een eigen partij meedoen aan de verkiezingen? Een verkiezingsprogramma is er nog niet. Wie wil weten wat Omtzigt vindt, moet kijken naar wat hij in de Kamer heeft gestemd. NRC keek naar het stemgedrag van Omtzigt sinds hij in september 2021 na ziekteverlof terugkeerde in de Kamer als zelfstandig Kamerlid, en vergeleek dat met de andere fracties. Daarbij werd gebruikgemaakt van de Dutch Parliamentary Behaviour Dataset, waarin politicoloog Louwerse alle stemmingen heeft verzameld.
‘Afwijkend stempatroon’
De SGP is de partij waarmee Pieter Omtzigt in stemgedrag met 81 procent het meeste overeenkomt. Kort daarop volgt de BoerBurgerBeweging (80 procent). Zijn stemgedrag komt het minste overeen met FVD (57 procent) en de PVV (63 procent).
Dat de conservatief-christelijke SGP de partij is waarmee Omtzigt het meest overeenkomt, verbaast Roderik Rekker – politicoloog aan de Radboud Universiteit – niet. „De SGP heeft een aantal radicale standpunten over bijvoorbeeld gendergelijkheid. Maar als het gaat over de alledaagse onderwerpen is het een constructieve, gematigde partij.”
Omtzigt is niet gemakkelijk te plaatsen, vindt Louwerse. „Hij heeft een afwijkend stempatroon. Hij verschilt duidelijk van de partijen op uiterst rechts: PVV, FVD, JA21 en de Groep Van Haga. Maar de overeenkomsten met linkse partijen als PvdA en GroenLinks zijn ook niet heel groot. Je kunt hem daarom moeilijk als links of rechts kwalificeren.”
Dat komt mogelijk óók omdat Omtzigt kritisch is op de uitvoerbaarheid van voorstellen. „Andere partijen willen nog weleens voor een voorstel stemmen als dat bij hun standpunten past. Een groene partij zal sneller voor een groen plan stemmen, ook als de uitvoerbaarheid lastig is. Ik heb het idee dat dat bij Omtzigt minder speelt.” Daarnaast speelt het een rol dat hij geen fractiegenoten heeft. „Moties zijn vaak heel technisch en gedetailleerd. Grotere fracties hebben fractiespecialisten die kunnen duiden hoe voorstellen zich verhouden tot het verkiezingsprogramma. Omtzigt moet dat zelf uitzoeken.”
Oppositiepartij, rechts van het midden
Al met al behoort Omtzigt tot de oppositiepartijen iets rechts van de regering, zegt Louwerse. „Hij hoort duidelijk bij de oppositie, hij stemt minder vaak met de coalitie mee.” Dat maakt het lastig om Omtzigt te vergelijken met coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, omdat zij vanwege coalitieafspraken doorgaans niet vrij kunnen stemmen – zij volgen de afspraken die ze samen maakten, in plaats van hun eigen standpunten.
Omtzigt is een stuk gematigder dan PVV, FVD, JA21 en de Groep Van Haga, die uiterst rechts stemmen. Op migratie bijvoorbeeld, al stemt hij daar ook relatief weinig mee met de linkse oppositie. Bij onderwerpen als zorg en sociale zekerheid stemt hij wél vaker dan gemiddeld met linkse partijen mee – ook Omtzigt wil bijvoorbeeld minder eisen aan een bijstandsuitkering. Maar op andere sociaal-economische onderwerpen overlapt hij juist met rechtsere partijen als SGP, BBB en JA21. Je kunt Omtzigt daarom moeilijk een linkse politicus noemen, stelt Louwerse.
„Opkomen voor zwakkeren is ook geen nieuwe thematiek voor christen-democraten”, zegt Louwerse. „De vraag blijft alleen hoe ze geholpen moeten worden. Het CDA zag daar altijd een rol voor het maatschappelijk middenveld in en zag dat niet, zoals links, alleen als taak voor de overheid.”
En hoe verhoudt Omtzigt zich tot het CDA, waarvan hij zich afsplitste? De verschillen in stemgedrag zijn groot, maar dat komt doordat het CDA in de coalitie zit. Toch ziet Louwerse ook inhoudelijke verschillen. Omtzigt is scherp op onderwerpen als openheid van overheid, toegang tot de overheid en slachtoffers van overheidsbeleid zoals bij het Toeslagenschandaal. „Dat zijn geen thema’s waar het CDA in het verleden heel sterk op was.”
Natuur en milieu
Minder klimaatvoordeeltjes voor de rijken
Allereerst: Omtzigt steunt de doelstelling om de opwarming van de aarde niet verder te laten oplopen dan 1,5 graad. Hij stemde bijvoorbeeld in met een motie die het kabinet opriep om Europese afspraken te maken om te zorgen dat dit doel gehaald kan worden.
Maar, ten tweede, Omtzigt heeft ook kritiek op het klimaatbeleid. Er zijn te veel voordeeltjes voor rijken, vindt hij, die met subsidie een dure elektrische Tesla konden aanschaffen. En er is te weinig aandacht in het klimaatbeleid voor mensen die het minder goed hebben. Omtzigt steunt bijvoorbeeld een motie om duurzaamheidssubsidies toegankelijker te maken voor lage inkomens, en een motie om huishoudens in een sociale huurwoning toegang te geven tot goedkope zonne-energie. Ook steunt hij voorstellen om huurders meer mogelijkheden te geven om hun huisbaas te dwingen om het huis te isoleren.
Omtzigt is voor kernenergie. Hij steunde meerdere moties die opriepen om nieuwe (kleine) kerncentrales te bouwen. Zonnepanelen mogen van hem niet op (vruchtbare) grond, aangezien de daken in Nederland nog niet vol liggen met zonnepanelen, zo blijkt uit steun voor een motie van Wybren van Haga (BVNL). Omtzigt stemde tegen het klimaatfonds van 34 miljard euro van demissionair minister Rob Jetten. Waarom is niet duidelijk: hij nam niet deel aan het debat over het fonds.
Migratie
Asielopvang buiten de Europese Unie
Ja, Omtzigt steunde de motie van JA21 om te kijken of uitzonderingsclausules mogelijk waren voor Nederland bij een aantal Europese richtlijnen. De Asielprocedurerichtlijn bijvoorbeeld, de Gezinsherenigingsrichtlijn en de Terugkeerrichtlijn. Ook stemde hij voor de motie van JA21 om op zoek te gaan naar asielopvang buiten de Europese Unie. Net als Denemarken, dat plannen heeft om mensen die asiel aanvragen naar Rwanda te sturen in afwachting van hun procedure.
Maar hij stemde óók voor een motie van Denk waarin uitgesproken wordt dat er geen asielinstroom beperkende maatregelen worden genomen die in strijd zijn met wetten of verdragen. En een motie van Denk waarin verzocht wordt te onderzoeken hoe de particuliere voorraad van sociale huurwoningen ingezet kan worden voor daklozen, statushouders en arbeidsmigranten. En een motie waarin Tunahan Kuzu (Denk) stelt dat alle vluchtelingen in Nederland gelijkwaardig moeten worden behandeld, ongeacht hun land van herkomst – daar stemden alle rechtse partijen tegen.
Het maakt dat Omtzigt op het gebied van migratie lastig is te plaatsen. Met geen enkele partij komt zijn stemgedrag met 80 procent of meer overeen. Hij zit zeker niet in het kamp van de linkse oppositie en is kritischer op asiel en migratie, maar stemt ook lang niet altijd hetzelfde als populistisch rechts.
Landbouw
Geen ‘onhaalbare’ stikstofdoelen
Of Pieter Omtzigt zich wil aansluiten bij BBB? „Ik ben niet de politiek in gegaan om de vleesindustrie te beschermen”, antwoordde hij in maart. Stemt hij ook anders dan deze partij over moties en wetsvoorstellen?
Als het aankomt op het landbouwbeleid komt zijn stemgedrag relatief vaak overeen met dan van BBB. Hij is kritisch op het stikstofbeleid: hij steunde een motie waarin wordt gesteld dat boeren aan „onhaalbare doelen” worden gehouden. Het kabinet was van plan om de stikstofdoelen in 2030 te halen, maar Omtzigt vindt dat dat jaartal niet „heilig moet worden verklaard”. En hij is ook kritisch op de piekbelastersaanpak, waarin het kabinet de boeren die het meeste effect op de natuur hebben, probeert uit te kopen. Die aanpak is te veel gericht op de Veluwe, vindt hij. En net als BBB vindt Omtzigt dat het kabinet minder moet inzetten op het uitkopen van boeren en meer op innovatie, bijvoorbeeld met foefjes in stallen die de uitstoot van stikstof zouden beperken.
Belangrijke verschillen zijn er ook. Omtzigt wil bijvoorbeeld niet dat het hele stikstofbeleid wordt geschrapt – BBB wel. Hij stemde tegen een voorstel waarin boeren hun stikstofuitstoot helemaal niet hoeven te reduceren – BBB steunde dat.
Ook steunt hij regelmatig voorstellen om de diervriendelijkheid in de landbouw te verhogen. Daarnaast wil hij gebruik van pesticiden verder beperken.
Internationaal
Kritiek op verdere Europese samenwerking
De oorlog in Oekraïne speelde de afgelopen twee jaar een grote rol in de Tweede Kamer. Omtzigt is voorstander van steun aan Oekraïne: hij steunde moties waarin Zelensky wordt geprezen, moties om na de oorlog te helpen met de wederopbouw van een Oekraïense stad, voor de sancties tegen Rusland en diende zelf voorstellen in om die beter te handhaven. Wel was Omtzigt tegen het kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne van de EU. Hij stelde zelf voor te onderzoeken hoe de EU op een andere manier de samenwerking met Oekraïne kan uitbreiden.
Dat past ook bij andere stemmingen van Omtzigt over Europa: hij vindt dat sommige zaken op Europees niveau moeten worden geregeld, van grote zaken als sancties tegen Rusland tot relatief kleine dingen als het tegengaan van microplastics in cosmetica. Maar Omtzigt is kritisch over uitbreiding van Europese samenwerkingsverbanden. Zo stemde hij bijvoorbeeld tegen de toelating van Kroatië tot de euro. Hij wilde ook niet dat het Schengengebied, waar inwoners vrij kunnen reizen, zou worden uitgebreid met Kroatië, Roemenië of Bulgarije.
Lidstaten mogen ook worden aangepakt, vindt Omtzigt. Hij steunde een motie waarin werd opgeroepen om Hongarije geen geld te geven tot de rechtsstaat wordt verbeterd. Hij vindt ook dat lidstaten zich beter aan de strenge begrotingsregels moeten houden.
Sociale zekerheid
Minder eisen aan de bijstand
De Toeslagenaffaire was de definitieve doorbraak van Pieter Omtzigt als Kamerlid. Hij was een van de politici die het schandaal aan het licht bracht en volgde de afwikkeling op de voet, wat hem een sociaal gezicht gaf .
Helemaal onterecht is dat niet. Omtzigt steunde de afgelopen twee jaar regelmatig moties om bijvoorbeeld minder eisen aan een bijstandsuitkering te stellen. Jongeren tot 27 jaar moeten nu bijvoorbeeld verplicht eerst vier weken naar een opleiding of werk zoeken voor ze de uitkering krijgen. Omtzigt steunde een motie om die ‘zoekplicht’ af te schaffen. Hij steunde ook een voorstel om giften tot 1.200 euro van bijvoorbeeld familie of vrienden niet langer van de bijstand af te trekken, zoals nu wel gebeurt. En hij was voor een voorstel om de tegenprestatie (onbetaald maatschappelijk werk) af te schaffen die gemeenten als voorwaarde mogen stellen voor een bijstandsuitkering. Op dat gebied stemt Omtzigt vaak met progressieve partijen als PvdA en GroenLinks mee, en verschilt hij juist van rechtsere partijen als SGP.
Maar Omtzigt stemde tegen een voorstel van PvdA en GroenLinks om de vermogensbelasting te verhogen, teneinde de verschillen tussen vermogens te verkleinen. Hij was ook tegen een voorstel van dezelfde partijen voor een ‘solidariteitsheffing’ voor hoge inkomens. Bij zulke voorstellen lijkt het stemgedrag van Omtzigt juist meer op dat van SGP.